Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want de HEERE heeft over [42]ulieden [43]uitgegoten [44]een geest des diepen slaaps, en Hij heeft [45]uw ogen toegesloten; [46]de profeten, en [47]uw hoofden, [en] [48]de zieners heeft Hij [49]verblind. 42. O gij goddeloze Joden. 43. Hebreeuws, gemengd. 44. Alzo, dat gij het niet gevoelt noch acht, ofschoon men u lang en veel dreigt en preekt. 45. Te weten de ogen uws verstands. 46. Namelijk de valse profeten. 47. Dat is, uwe regenten. 48. Zie 1 Sam.9:9. 49. Hebreeuws, bedekt; te weten met duisternis, dat is met blindheid des gemoeds. Vergelijk boven hfdst.25 vs.7.